hand, pols en elleboog

Pols, hand en elleboogklachten

Bij Fysiotherapie Rein Peens komen komen regelmatig patiënten met klachten aan de pols, hand of elleboog.
Aandoeningen die veel voorkomen:

  • carpaal tunnel syndroom
  • vinger standsafwijking
  • gebroken pols
  • pijn in de elleboog
  • tenniselleboog
  • golferselleboog.

Het polsgewricht en de hand

De pols wordt gevormd door de beenderen van de onderarm (het spaakbeen en de ellepijp) en de handwortelbeentjes. Er bestaan 8 verschillende handwortelbeentjes. De verschillende botjes worden bijeen gehouden door een complex systeem van banden en kapsels. De onderste rij handwortelbeentjes vormt het polsgewricht met het spaakbeen en de ellepijp, de bovenste rij vormt een gewricht met de middenhandsbeentjes. Deze middenhandsbeentjes vormen de verbinding tussen de handwortel en de vingers. De spieren die de pols bewegen bevinden zich in de onderarm. De onderarm zelf kan ook nog om zijn eigen as draaien, zodat de handpalm naar boven en naar beneden kan worden gedraaid. Door de grote hoeveelheid aan spieren en gewrichten in de onderarm en hand, kunnen de hand en de vingers complexe en fijne bewegingen maken. De carpale tunnel is een echte tunnel die de voorarm via de pols met de hand verbindt.

Het ellebooggewricht

De elleboog bestaat uit 3 botdelen: de bovenarm, het kopje van het spaakbeen en de ellepijp. Om de elleboog ligt een gewrichtskapsel. Dit houdt de elleboog goed op zijn plek. Buiten dit kapsel heeft de elleboog nog een aantal banden voor de zijdelingse stabiliteit. Het bot dat het gewrichtsvlak vormt met het andere bot is bekleed met een laag kraakbeen.

Soorten polsklachten

Wanneer u uw pols niet meer onbelemmerd kunt gebruiken, bijvoorbeeld door pijn of tintelingen, beperkt u dat bij uw dagelijkse werkzaamheden. De meeste polsproblemen ontstaan als gevolg van een trauma. Bijvoorbeeld na een val, waarbij u het lichaamsgewicht heeft opgevangen met de polsen.